Categorie archief: Moraliteit

De inkomsten van drugs en prostitutie in het BBP: internationale vergelijkbaarheid ten koste van moraliteit?

Een richtlijn van de Europese Unie van 21 mei 2013 (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/ALL/;jsessionid=614DTB4VJ1PMzrnqYV0pYM181NdCKQ0yl6HzqzwVfJnkfzn1Tc42!-1918573783?uri=CELEX:32013R0549&_ga=1.173806243.163128603.1401174786) laat toe dat lidstaten de inkomsten van prostitutie en drugshandel opnemen in de berekening van het bruto binnenlands product. Italië en het Verenigd Koninkrijk hebben reeds geuit dat zij van deze mogelijkheid gebruik zullen maken. Ook België zal vanaf september deze inkomsten meenemen in de berekening van het bbp (tegen dan zou er een berekeningsmethode zijn geoptimaliseerd om de inkomsten uit deze branche na te gaan).

In de preambule van de richtlijn staat te lezen dat een beoogde doelstelling eruit bestaat de internationale vergelijkbaarheid tussen lidstaten te vergroten. In Nederland bijvoorbeeld, zijn prostitutie en bepaalde drugs legaal. Dit is niet zo in andere lidstaten. Dat Nederland die inkomsten aan het Nederlandse economische consumptiecijfer toevoegt, en andere lidstaten dit niet doen, is nefast voor de vergelijkbaarheid. Wanneer je vergelijkbaarheid op zich losweekt van elke context, moet er inderdaad worden gesteld dat hoe meer economische activiteiten worden opgenomen in de berekening, hoe sterker het comparatief vermogen.
Aan de andere kant bijt deze redenering wel meteen in zijn eigen staart: waarom slechts drugshandel en prostitutie? Er zijn tal van andere activiteiten die óók inkomsten opleveren, denken we maar aan mensenhandel in het algemeen, heling, witwassen van geld,… Volgens een analist die op 3 juni door journaliste An Hofman werd geïnterviewd voor Knack (jammer genoeg staat zijn naam nergens vermeld) worden enkel die branches in de berekening opgenomen die gebaseerd zijn op wederzijdse toestemming (http://kanaalz.knack.be/nieuws/z-nieuws-items/belgisch-bbp-gepimpt/video-4000646238308.htm). Dat is in theorie een uitspraak die logisch is. Toetsen we deze aan de realiteit, dan begeven we ons snel op glad ijs. Wie kan immers met enige zekerheid zeggen dat drugshandel en prostitutie stoelen op wederzijdse toestemming? Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur steken. Waar zijn we dan mee bezig, vraag ik me af. Moet vergelijkbaarheid tussen lidstaten echt voorgaan op de restjes moreel besef die in de samenlevingen van lidstaten op de een of andere manier zijn blijven plakken? De slappe en onaffe redenering achter het implementeren van juist drugshandel en prostitutie, en niet andere winstgevend domeinen zoals wapenhandel en mensensmokkel, bouwt verder aan de indruk dat het hier gaat om een regeling in het kader van “we doen maar, en zien later wel waar we uitkomen”. Zo een houding lijkt mij niet de juiste te zijn voor beleidsvoerders op supranationaal niveau die bepalen hoe het leven in de lidstaten er morgen zal uitzien.

Daarnaast duidt de houding van de Belgische overheid op een serieuze inhoudelijke discrepantie. Drugshandel is illegaal, maar wanneer het ons een plaatsje hoger oplevert in de ranking die ratingbureaus (nog zo’n bizar gegeven) maken, dan graag!

Een meer technische flater doet mijn gejuich nog meer verstommen bij het leren over deze nieuwe ontwikkeling – los van enige persoonlijk referentiekader. De inkomsten van drugs en prostitutie worden niet gemeten. Ze zijn er, zoveel is zeker. Maar hoe denkt men die te gaan meten? Tenzij de zelfstandige ondernemers in deze beroepen een of ander aangifteformulier gaan invullen, zal elke meting van hun inkomsten een gok zijn.

Lidstaten willen hun bruto binnenlands product opkrikken om zo meer schulden te mogen maken volgens de Europese nationale schuldenmarge. De nationale schuld van een lidstaat mag maximaal 3% van het bbp bedragen. Gaat het bbp omhoog, dan mogen er ook meer schulden gemaakt worden (al betekent het vandaag de dag eerder: dan vallen de lidstaten weer binnen deze marge). Daarnaast geeft een hoger bbp een hogere kredietwaardigheid en bestaat er zo meer kans op toebedeling van budgetten door de EU.
Deze oorzaak-gevolg redenering is niet gespeend van enige logica. Maar zet ik mijn standaard te hoog wanneer ik van het supranationale niveau verwacht dat daar lieden zijn tewerkgesteld die vérder kijken dan dit? Het kan dan nog zo illegaal zijn, wanneer lidstaten voor illegaliteit worden beloond met een groter bbp, maffe groeicijfers in de economie en een hogere kredietwaardigheid, zal dit echt niet de bestrijding van de criminaliteit ten goede komen.

Ik kan enkel maar hopen dat deze cosmetische ingreep, dit fictief laten groeien van de economie, het bruto binnenlands product bekend maakt om wat het eigenlijk is: een inadequaat en leeg instrument dat op geen enkele manier ten dienste kan staan van enige beoordeling van de economische of financiële situatie van welke lidstaat dan ook.