Tagarchief: stembusgang

Stembusgang.

Het is de tijd van debatten. Tussen kopstukken van politieke partijen, maar ook aan de keukentafel, in de trein en op straat. Over wat beter is: stemplicht of stemrecht. Over hoe het systeem eigenlijk in elkaar zit: er zijn lijsten per provincie, maar waarom voor het federale parlement geen lijst voor heel Vlaanderen? Over TV-programma’s en hoe jammer het is dat alles snel-snel moet gebeuren – net wanneer een politicus dieper wil ingaan op een thema, wordt geroepen dat de tijd om is.

Het heeft iets typisch, zo’n zondagse uitstap met de familie. Bijna iets in de aard van een communie – allicht omdat deze feesten ook in mei vallen. Voor de studenten betekent het een verplichte pauze in het studeren. Even wat zon (als het weer mee zit) en een frisse neus halen, zonder het gevoel dat je kostbare studietijd verdoet. Het vervullen van je burgerplicht is immers geen tijdverspilling. Voor de werkmens die zondag dienst heeft, een excuus om wat te laat op het werk aan te komen. Voor de bijzitter waarschijnlijk een dag die liever op een andere manier zou worden doorgebracht.

Bij ons thuis begaf vader zich vroeg in de ochtend naar stembureau 52, zodat hij op tijd op het werk zou geraken. Hij had een document meegekregen dat moest voorkomen dat hij ter plekke zou worden opgeroepen als bijzitter. “Nee meneer, dat zal niet gaan. Lees dit papier. Ik moet gaan werken. Anders graag hoor.” De overige gezinsleden koppelden het aangename aan het noodzakelijke en fietsten op terugweg naar de bakker voor zondagse pistolékes. Aan de ontbijttafel werd nog wat nagepraat over wie voor wie heeft gestemd, welke dorpelingen we zijn tegengekomen en welke ongekende kleine partijen we op de valreep nog hebben ontdekt (dingen als een piratenpartij en een partij die zich MAMA noemt – zoek maar eens op).

In de loop van de dag worden nieuwssites geraadpleegd. “Is er al een uitslag? Nee niet echt, enkel die van Oudenaarde en Hamme. Zoveel procent voor die partij – zoveel voor de andere.”

Nog snel bekijken we een kopstukkendebat, nu het nog in de context past. Een week later zijn we allemaal weer door iets anders in beslag genomen en vervult het uitpluizen van politieke opinies en beloftes ons niet meer met een gezamenlijke interesse.

We mijmeren even door op het verschil tussen stemplicht en stemrecht. Dat we in België eigenlijk een opkomstplicht hebben. Je kan nog altijd blanco stemmen. Maar dat in een democratisch systeem stemrecht zonder stemplicht het stemmen nogal nutteloos maakt. Waar sta je immers met de democratische legitimiteit wanneer partijen in de regering zitten omdat bijvoorbeeld 2/3 van de 30% van de bevolking (de opkomst van stemmers) voor die partijen hebben gekozen. Stemrecht zonder stemplicht zorgt tevens voor een verlamming van het maatschappelijke debat. Want een bevolking die niet stemt, heeft ook weinig te zeggen wanneer op politiek vlak iets gebeurt: het kon ze niet schelen toen hen werd gevraagd wie zou moeten regeren, dan moeten ze nu ook niet meer afkomen met een eigen mening.
Opkomstplicht is een goede aanloop naar stemplicht. Je moet toch de verplaatsing naar de stembus doen. Dan kan je even goed een beetje nadenken, overlopen wat voor jouw van belang is de komende vijf jaar, nagaan welk partijprogramma hier het meest rekening mee houdt (en eventueel welke politicus deze waarden op meest charismatische wijze uitdraagt), en een betekenisvolle stem uitbrengen in plaats van blanco te stemmen.

Een andere overpeinzing die werd gemaakt naar aanleiding van deze typische dag, gaat over de tijdelijke aspiraties die het licht zien. Van al de campagnebrochures, affiches, facebookacties, radioberichten, discussies en opinies, zou je van lieverlee bijnà zelf politicus willen worden. Meer dan eens denk je toch: “dat zou ik anders verwoorden” of “niet slim gezegd”, “hij schiet in zijn eigen been”, “hoe kan iemand van die partij nu zo iets zeggen”. Automatisch verzin je betere versies van slappe of blunderende verkiezingspraat. Je krijgt onbewust de neiging een bepaalde partij te willen gaan versterken of er zelf één op te richten. Maar ergens sluimert ook het besef dat deze vreemde ambities een korte houdbaarheidsdatum hebben. De koorts rond de burgerplicht zal snel weer luwen, en daarmee ook de politicusdroom.

Ondertussen zijn de stemmen geteld, de kaarten liggen op tafel. Nu kan het gesjor en getrek beginnen om een regeerbare combinatie te vinden die België de komende vijf jaar op de rails kan houden. De afronding van deze dag betekent tevens het sluitstuk van de specifieke verkiezingssfeer. Politiek zal weer slechts interessant zijn voor diegenen die zich er doorheen het jaar ook mee bezig houden: politici, journalisten, activisten en geëngageerde mensen. Ergens voel ik al een soort weemoed – eigen aan elke afsluiting. Het leven zal zijn gewone gang gaan, er zal eerst nog even worden gebakkeleid over de precieze regeringsvorming, maar dan zullen de dagelijkse zorgen onze aandacht weer opeisen.

Aan de andere kant, ter ere van de informatie die ik naar aanloop van het vervullen van mijn stemplicht heb vergaard, zal ik proberen enigszins op de hoogte te blijven van de politieke actualiteit. Op die manier worden de verkiezingen van 25 mei 2014 voor mij persoonlijk echt de moeder der verkiezingen: het startschot van een politiek bewustere levenswandel.